MET HET STADHOUDERLIJKE HOF 55 weï- men en had zich in Den Haag gevestigd. Hij overleed den 18en December 1746 in den ouderdom van 85 jaar. Hij is de eigenlijke stichter geweest van de Bankzaak, die onder de latere leiding van Tobias en diens zonen Abraham en Simeon een zoo belangrijke rol gespeeld heeft, niet alleen in de Nederlanden, maar ook daar buiten. Zooals het ook gegaan is met de ontwikkeling van het latere bankiershuis Rothschild, zoo ook met dat van Boas. Het had zijn oorsprong in een handel van juweelen en sieraden en ook nog in het midden der 18e eeuw was de handel in die artikelen een onder deel van de zaken van het Huis. Tobias Boas, die de zaak door zijn vader opgericht tot grooten bloei wist te brengen en een Europeesche vermaardheid wist te geven, was evenals zijn vader en later zijn zoons een wetgetrouwe jood, die aan zijn godsdienst onwrikbaar vasthield en zich ook zeer met de voorgeschreven studie der wet in de rabbijnsche litteratuur bezig hield. Tobias Boas stierf op 27 Novem ber 1782 en in zeer warme bewoordingen maakte de Haagsche Courant van 6 December daarvan melding, vooral wijzende op zijn groote menschenmin en dadigheid. Tien jaren na zijn dood kwam de catastrophe. Het Bankhuis, dat toen onder de leiding stond van Abra ham en Simeon Boas, zonen van Tobias, moest 9 Nov. 1792 zijn betalingen staken. In het Jaarboek Die Haghe 1919/1920, is aan de hand van een groot aantal archi valia de debacle van het bankiershuis Boas door mij behandeld. Dat deze val ook aan het Stadhouderlijk Hof niet onopgemerkt bleef is na hetgeen over de verhoudingen van dit bankiershuis met het Hof blijken zal, niet te verwonderen. In de voor eenige maanden door Mej.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 70