MET HET STADHOUDERLIJKE HOF 57 Zurkann in Franckfurth fl. 100CLHollandisch cur rant mit 190 stück wichtige Ducaten und 838 Teutsch 1000 Holl.” Herhaaldelijk wordt Löw Isaac Zurkann dan nog genoemd. Op 8 Nov. 1751 draagt Tobias Boas aan den „Regierungsraad” Winter 13173 gld. over van aan de Hofkanselarij overgemaakte gelden uit Dillenburg. Maar ook reeds in 1748, 1749 en 1750 worden herhaaldelijk door Tobias Boas groote bedragen ge stort, die door den reeds genoemden secretaris zijn aangeteekend en die Boas uit de Dillenburgsche fond sen ontvangen heeft. Op 17 Sept. 1749 werden zelfs .,1363 unwichtige ducaten” door Boas omgewisseld voor fl. 6828.12. Aardig is, dat de roem van Boas als bankier zelfs was doorgedrongen tot den bekenden avonturier Jacob Casanova von Seingalt, die in zijn mémoires, waarin hij ook schrijft over de avonturen, die hij in de Neder landen beleefd heeft, veel aandacht wijdt aan Tobias Boas, dien hij in 1759 met een bezoek vereerde. Tobias Boas woonde toen in de St. Jacobstraat in het huis genaamd Salomons Tempel, dat op de plaats gestaan heeft, waar nu nog het verlaten Israelietische Oude Lieden Gesticht staat. Casanova vertelt dan, dat hij van zekeren heer Cor- nemann een wissel van drie duizend gulden gekregen had op den joodschen bankier Boas in Den Haag. Nadat hij bij den gezant d’Affri geweest was ging hij naar Boas, die juist aan tafel zat. Deze zeide aan Casanova, dat hij juist een brief van Cornemann ont vangen had, waarin deze met veel lof over hem sprak. Boas zeide langs zijn neus weg in het gesprek, dat hij zeker in Den Haag wilde blijven om het Kerstfeest te vieren, waarop de geslepen Casanova antwoordde,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 72