I
I
IETS OVER TOBIAS BOAS EN ZIJNE RELATES
64
I
altijd
Z.H.
zich
o.a. „Si j’y attacque un peu les Juifs, c’est uniquement
sur la jalousie jointe a la defiance que les gens de ce
pays et surtout le corps entiers des premiers de nos
marchants leurs porte: et quoique Boas et petit nombre
d'autres ne mérite pas d’etre compromi avec le reste des
Hébreux d’aujourdhui, et que V.A.S. soit tout a fait
convaincu du cas que je fais de ses mérites et de ses
talens, qui me porte naturellement a lui vouloir toutes
les avantages qui pourroient dependre de moi, je n’ai
pourtant pas pu me dispenser d’une considération
fondée sur les idéés et les principes généraux d’une
nation entiere qui raisonne et decide en consequence
de ses memes principes puisque dans les choix des
moyens de conserver et d’augmenter un credit public
il s’agit principalement de les menager avec la derniére
circonspection”.
Het rapport zelve van Mr. C. Reigersman, dat een
geheim stuk was, voerde de volgende gronden aan voor
het kiezen van een negociatie boven het opnemen van
een crediet bij Boas.
Hij merkte dan allereerst op, dat er wel degelijk
onderscheid diende gemaakt te worden of de leening
voor slechts korten tijd zou dienen dan wel voor lan-
geren termijn. In het eerste geval is er alles voor te
zeggen om met een bankier zaken te doen, in het laatste
geval is de rente te hoog.
Verder achtte Reigersman het verkeerd om, terwijl
het crediet van Z.H. zoo gunstig is, bij één enkelen
bankier te gaan en zich van dien afhankelijk te maken
en „dat deze zich dan kan beroemen hij soo een aan
merkelijk crediteur van een soo magtig vorst is „En
soo al eens aan Tobias Boas discretie genoeg mag
worden toegekend, om van een soodanige onderhande-
ling geen opsettelijk misbruik te maken, blijft er