MET HET STADHOUDERLIJKE HOF
65
gevaar voor sijn diverse bedienden”. De Thesaurier-
Generaal bleef vreezen voor het schenden van het ge
heim en achtte het bewaren daarvan onmogelijk.
Ik, die na eeuwen tal van papieren over het Ban
kiershuis Boas en zijn vennooten onder de oogen heb
gehad kan wel constateeren, dat het geheim bij Boas
wel bewaard is gebleven. Voor de publicatie van deze
mededeelingen is toch nooit iets positiefs gebleken van
relaties van den Prins wat zijn privé-financien betreft
met Boas, hoewel er te dien opzichte genoeg „on dits”
in omloop waren.
Een ander bezwaar van Reigersman was, dat de
mogelijkheid van een sterven van Tobias bestond en
dat dan zijn familie „zoowel te Amsterdam als in
Duitschland” in den boedel zou komen. En daar nu de
een meer vermogend is dan de andere zou een terug-
vraging van de gelden tot groote moeilijkheden aan
leiding kunnen geven.
En dan volgt de klap op den anti-semietischen vuur
pijl, wanneer Reigersman schrijft: „Dat het in desen
landen in ’t generaal bij alle kundige lieden ten allen
tijden hazardous geoordeelt is, wanneer men bij
comptoiren van aansien buyten de volstrekte nood-
sakelijkheid gebruyk van jooden maakt. Niet dat
men iets tegen T. Boas heeft, verre daarvan daan.
Hij staat bekent voor een der besten onder de jooden,
die hier sijn, hij is een man van vermogen en
die buyten twijffel sijne bequaamheden heeft; in ver
scheiden gevallen kan men ook met prudentie en de
noodige mesures te observeeren een goed gebruyk van
hem maken. Dog sulx neemt niet weg, dat men in eene
zaak die soo delicaat is als het mainctien van het
publicq credit de generaale opinie van de natie soo veel
mogelijk behoort te consuleeren en alle aanlijding tot
5