IETS OVER TOBIAS BOAS EN ZIJNE RELATES 68 op 16 Februari 1770. Om Boas dan te kunnen afbe talen wordt wederom een negotiatie van fl. 150.000 tegen uitgescbreven. Het lijdt geen twijfel en de brief van de Prinses, reeds door mij aangehaald, wijst er op, dat de relaties met de Boassen hebben voortge duurd tijdens het heele bewind van den Stadhouder. Dat de discretie bij Boas veilig is geweest, al was Reigersman daar ook bevreesd voor, blijkt wel daar door, dat uit geen enkel van de talrijke stukken, die betrekking hebben op de débacle, ook maar iets blijkt van relaties met het Stadhouderlijke Hof of met den Prins. Voor zoover het nog niet bekend was blijkt uit het boven medegedeelde wel heel duidelijk welk een belang rijke rol het Bankiershuis Boas in Den Haag en in de Republiek gespeeld heeft. En niet alleen daarbinnen maar ook daarbuiten, waarover in mijn werk uitvoerige mededeelingen te vinden zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 83