SCHRIJVEN OVER MARINEZAKEN DOOR
82
hetzelfde jaar van de brochure waarmede hij zeer
was ingenomen en opnieuw wenschte Kempe bij zich
te hebben en met hem verlangde te spreken. In het
daarop gevolgde onderhoud gaf Kempe de redenen op,
waarom hij geen departementsambtenaar wilde wor
den als: de wegens de door zijn leeftijd gevorderde
hooge stortingen in het pensioen- en in het weduwen
fonds, aanspraak op pensioen eerst op 65 jarigen leef
tijd en vooral, dat hij misschien hoe voorzichtig is
hij aangenaam bij hem zoude dienen, maar wellicht
minder bij eenen eventueelen opvolger.
Hoe zeer de Minister op zijne medewerking gesteld
is, blijkt wel, dat hij hem in alles tegemoet komt. Kempe
zal officier van administratie in het korps blijven, ge
detacheerd aan het ministerie, om zonder bureau alleen
ter zijner beschikking, en speciaal voor werkzaamheden
door hem Minister opgedragen. Al dadelijk wilde
de Minister hem met eene functie belasten, welke bij
voortduring zijne plaatsing noodzakelijk zoude maken,
namelijk met die van Inspecteur van uitrusting, levens
middelen en kleeding. Hiertegen had Kempe niets in te
brengen en hij nam gaarne het aanbod aan.
De Minister toont zijne ingenomenheid met dit be
sluit door bij een volgend bezoek hem de voordracht
aan den Koning tot zijne benoeming te laten lezen,
welke in zeer vereerende termen voor hem was opge
maakt en vervolgens door hem te benoemen tot secre
taris met adviseerende stem van de commissie bij be
schikking van den Minister van Marine van den 14den
Februari 1852 no. 57 bijeen geroepen ter beantwoor
ding van eenige vraagpunten betrekkelijk het zeewe
zen van den Staat.
Van deze commissie was Prins Hendrik, een goed en
reeds ervaren zeeman, voorzitter, de man die zich zóó