OFFICIEREN IN WERKELIJKEN DIENST IN 1843 83 verontwaardigd had betoond over den onbekenden brochure schrijver, dat hij diens demissie wilde bezor gen. Ook hierin ligt een bewijs, dat de naam van F. C. O. onbekend is gebleven, want men kan er zeker van zijn, dat de leden der commissie niet benoemd zijn dan in overleg met den Prins, die zijne taak niet licht op vatte en alles deed wat ons land als zeevarende mogendheid kon bevorderen, zooals hij gedurende zijn geheele leven heeft getoond. Men zoude bij de mededeeling aan zijn vriend van deze eervolle benoeming allicht eenige zinspeling ver wachten op het wonderlijke, dat hij nu medewerker was geworden van dien destijds zoo fel op hem ge beten man; maar niets daarvan. Kempe zegt alleen, dat de commissie den 23sten Februari voor het eerst in den Haag bijeenkomst en hij nieuwsgierig is wat het geven zal. Hij moet zich nu in den Haag ter woon vestigen. Zijne echtgenoote vergezelde hem om met hem een huis te kiezen. Zijne bevinding bij het zoeken van eene woning geeft een klein beeld, hoe het toenmaals met de huishuren in den Haag gesteld was. De beschrijving hoe hij geslaagd is, welke hij geeft in zijn brief van den 9den Februari, zal door de huidige Hagenaars wel met eenige belangstelling worden gelezen. Kempe schrijft, dat er niet veel open was, daar de tijd om te huren slecht en wat er open was, voor hen ongeschikt was. Met die omstandigheden rekening houdend vindt hij nog al wel geslaagd te zijn. ,,Ik heb gehuurd een huisje dat weinig oog heeft, maar inwen dig beter woord houdt dan het belooft; vijf, hoogstens 6 redelijk goede kamers en 3 kleintjes zonder tuin is al wat ik voor 600 ’s jaars gekregen heb; heb ik ook al geen tuin de ligging van het huis zelf is allerliefst: het ligt op den hoek van den Bezuidenhoutschen weg

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 98