PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN 93 lieten bestuur van Onderwijs ging bij besluit van 30 Maart 1824 over naar dat van Binnenlandsche Zaken, Onderwijs en Waterstaat). Reeds van 1814 af, was onderhandeld over teruggaaf der bij de Fransche overweldiging verloren gegane archi valia, 65doch eerst na het binnentrekken der geallieerden binnen Parijs op 3 Juli 1815, konden energieke stappen worden gedaan om alle geroofde kunstschatten op te eischen. Van Fransche zijde had men zich reeds verbaasd dat de verschillende regeeringen de uit hun land wegge voerde kunstvoorwerpen niet terug vorderden: „De Bar- baren weten niet wat zij er aan hebben” of „Zij hebben „het niet gewaagd, deze terug te eischen; zij wisten dat „geheel Frankrijk in eens opgestaan ware, en hunne „legers had vernield! Slechts uit vrees trokken zij weer „naar huis, en lieten ons ook deze teekenen van ons „overwigt.” De Fransche hoogmoed was nog niet voldoende geknot. Maar bij de aankomst der 40.000 man Nederlandsche troepen onder het opperbevel van den| Prins van Oranje op 11 Juli, had Generaal Fagel het stellige bevel bekomen om allereerst de schilderijen terug te vorderen. Een commis sie, bestaande uit Kolonel M. J. de Man, de schilders Ottevaere, Corn. Apostool en Ch. Howard Hodges, met Prof. S. J. Brugmans en Stiers d'Aertzelaer, waren met de uitvoering van het geheel belast. De directeur van het Louvre, Denon, van hooger hand gesanctionneerd, zocht echter allerlei uitvluchten en weigerde halstarrig het ver voer der stukken goed te keuren; terwijl men de hekken van het Louvre sloot en dit onder militaire bewaking stelde. Daarop tastte de Pruisische generaal Vrijheer Hans Christoffel Ernst von Gagern 66krachtig door gesteund als hij zich wist door Wellington. Hij hield een krasse aanspraak tegen den wacht van nationale garde,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 106