96 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER de Schoone de curiositeitenverzamelingen en munten en penningen te vereenigen in het Hotel Huguetan was prijsgegeven alleen een schilderijdepöt kwam in het gebouw in het Voorhout bood de aankoop van het Mauritshuis de welkome gelegenheid om een museum te stichten voor de uiterst geringe som van 35.000. Kort te voren was een onderhandsch bod van 55.000 door de gezamenlijke aandeelhouders geweigerd. Ook in 1812 was het gebouw aan de Nieuwe (Witte) Sociëteit te koop aangeboden. Het lid van den Raad van State Mr. A. van Gennep, had het in zijn kwaliteit van secretaris dier sociëteit, door den timmerman C. Hooyberg doen schatten. Deze taxeerde de waarde op 24.000 en de aan het pand uit te voeren her stellingen op 3000 (in 1809 had men al het lood van de daken gestolen. 70a) Dit hooge bedrag deed het Bestuur dier Sociëteit van den koop afzien. Dat de aandacht op het Mauritshuis viel, hield verband niet alleen met de gunstige ligging, maar ook bood het het voor de schilderijen zoo noodige licht, terwijl men des tijds -voor eenige onderbreking daarvan wegens de geïsoleerde ligging, niet de minste vrees koesterde.71) Voornamelijk was deze aankoop te danken aan de be moeiingen van Jhr. Steengracht en Meerman, die den Koning, bij diens groote belangstelling voor Kunsten, voor het plan wisten te winnen. Toen nu de Staat in openbare veiling van 23 Mei 1820 ten overstaan van notarissen J. J. Schmolck en Mr. Th. A. Holland het huis van Prins Maurits, met den tegen overgelegen tuin voor 35.000 en 1750 aan rantsoen- penningen (de 386 aan betaalde lantaarn-, klap-, brandspuit-, straat-, water- of diepgelden werden ge restitueerd) in eigendom verkreeg,72) werd bij K.B. van 10 Juli 1821 No. 78 bepaald dat dit gebouw zou worden bestemd tot onderbrenging van het Koninklijk

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 109