PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN 101 aan den Koning Oldenbarneveldt van den griffier Mr. J. Th. Royer predikant Dr. R. P. gevolgd door A. A. waar „Hoe zat de heerschappij zoo jammerlyck bekrompen”. Onder de stuwkracht van de Stuers, vereenigde de regeering zich met de plannen. Besloten werd om de geschied- en oudheidkundige voorwerpen te verwijderen en die voorloopig ten toon te stellen in een daartoe aan te wijzen afzonderlijk gebouw. De volkenkundige afdeeling kreeg plaatsing in een huurhuis op den Langen Vijverberg No. 15, alwaar op een in den gevel geplaatst bord het opschrift prijkte: „Koninklijk Kabinet van Zeld zaamheden”, in hoofdzaak bestaande uit de verzameling Chineesche en Japansche voorwerpen gelegateerd door Vrouwe J. L. van genaamd Witte Tullingh, weduwe en eerst staande onder beheer van den van de Kasteele (1767-1845) op- van de Kasteele. Concierge was J. Evers. Een waar mengelmoes vond men in de zeven vertrekken: uit alle landen en tijden was geput en bij eengebracht door Van Overmeer Fischer, Fr. von Siebold (in 1837 aangekocht) en Cock Blomhoff, maar zonder bepaalde logische opstelling, terwijl geregeld voorwerpen de verzamelingen kwamen vermeerderen. Voor een ander gedeelte, onze historie betreffende, werd, onder de benaming van „Nederlandsch Museum bestemming gevonden in het fraaie huis van W. Poolman aan de noordzijde der Prinsegracht No. 71.78) In deze lokaliteiten, die in werkelijkheid een rijke verzameling van historische beteekenis, als van voortbrengselen, zoo wel van de beeldende kunst, als van gebruiks- en sier kunst bevatten, bleek echter de toestand op den duur onhoudbaar. Bij de stichting van het Rijksmuseum te Amsterdam (1877-1885), waartoe de Stuers door zijn vasten wil en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 114