102 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER
machtigen invloed den stoot gaf 79gingen de histori
sche stukken naar de hoofdstad, alwaar zij gedeeltelijk
den grondslag vormden van het Nederlandsch Historisch
Museum, en de ethnografica kwamen de verzamelingen
van het Ethnografisch Museum te Leiden aanvullen. 80
Wij zagen zooeven, dat men tegelijk tot de hervor
ming van het schilderijenbezit meende te kunnen gera
ken. Een geheel veranderde indeeling en doortastende
wijziging in de rangschikking der stukken werd ter hand
genomen. Een aantal doeken, die op de onverantwoor-
delijkste wijze, op de zolders opgerold, gevonden wer
den, o.a. van Corn, van Haerlem, een aantal portretten
van Ravesteyn, Mierevelt, een tweetal triptiekdeuren
van Maerten van Heemskerck, konden voor den dag
worden gebracht en ondergingen, na een grondige be
handeling, een heilzame verjongingskuur. Het lang ge
koesterde voornemen werd uitgevoerd en de acht boven
zalen, met uitgestrekte wandruimten, uitsluitend bestemd
voor deHollandsche, Italiaansche, Fransche en Spaansche
meesterwerken, terwijl in de zes benedenvertrekken de
primitieven, de Vlaamsche, Duitsche en het meerendeel
der historische portretten plaatsing vonden. Voor de tee-
keningen van den schilder-pastellist Corn. Troost ruimde
men een afzonderlijk kleiner vertrek in.
Allerlei gelukkige omstandigheden hebben medege-
werk om aan de verzameling een reeks van kunst
werken toe te voegen. Gaandeweg werden verworven,
zoowel door schenking, als door aankoop, stukken uit de
collecties: A. en A. van der Willigen (Haarlem, April
1874), Neville D. Goldsmid (Parijs, 4 Mei 1876), Lipp-
mann von Lissingen (Parijs, 16 Maart 1876), Vicomte
du Bus de Gisignies (Brussel, 14 April 1876), e.d. Ver
der door toevoeging van een aantal portretten uit ver
schillende Rijksgebouwen.