106 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER goed mogelijk hersteld voor een totaal bedrag van 5000. Pieneman had er intusschen bij zijn uiterst karige be zoldiging al spoedig genoeg van 85 )en werd in 1821 als onder-directeur opgevolgd door den ons van vroeger be kenden Jean George Teissier, 86bij wien tevens de toe gangsbewijzen verkrijgbaar werden gesteld voor hen, die op andere dagen dan Woensdag of Zaterdag toegang tot het Kabinet verlangden, doch waarvoor men eerst naar het Jagerstraatje moest. Teissier was tevens gecommit teerde uit directeuren voor de beginselen der Toeken kunst, de Antieken en het Naakt Model” der Haagsche Teekenacademie. De concierge Seebald, gerecruteerd uit de oud-militairen, moest toezien op de meer of mindere „welgekleedheid” der bezoekers, die zich op de gewone kijkdagen van 10-1 uur zouden aanmelden. In de Staats courant van 3 en 7 Januari 1822 verscheen dan ook de vol gende officieele mededeeling: „Het Koninklijk Kabinet van Schilderijen te ’s-Graven- „hage zal voortaan des Woensdags en des Zaterdags van „tien tot één uur kunnen worden bezigtigd door een ieder, „die welgekleed is en geene kinderen bij zich heeft. „Het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden zal op „dezelfde dagen en op gelijke voorwaarden worden be- „zigtigd van één tot drie uur.” Voor vreemdelingen golden uitzonderingsbepalingen: „Buitenlanders zullen ook de overige dagen der week, „edoch op dezelfde uren, en op vertoon hunner paspoor ten, worden toegelaten.” Maar ook aan „inlanders” blank of bruin, was gedacht: „Ditzelfde zal geschieden met inlanders, die voorzien „zijn van toegangsbilletten, welke te verkrijgen zijn bij „den onder-directeur J. Teissier en voor het Kabinet van „Zeldzaamheden aan het Mauritshuis, des morgens van „9 tot 10 uren.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 119