IN MEMORIAM C. H. PETERS 2 moderne opvatting ontworpen gebouw op deze plaats te zien. Maar zulk een wensch zou stellig onrechtvaardig zijn en geen rekening houden met het tijdstip, waarop en de omstandigheden, waaronder het Departementsgebouw is tot stand gekomen. Wie bedenkt, dat het Departement van Koloniën, erger nog: de Hooge Raad, het type ver tegenwoordigen, waarin nog enkele jaren vroeger van Rijkswege werd gebouwd, zal moeten erkennen, dat hier een frissche, ja een baanbrekende geest aan het werk was gegaan. Ook door de herstelling van de Ridderzaal, een halven menschenleeftijd later, heeft Peters Den Haag blijvend aan zich verplicht. Zeker, thans zou men ook dat heel anders doen, maar wie het gepresteerde ziet in de lijst van zijn tijd zal vol bewondering moeten zijn voor wat Peters heeft volbracht en men zal moeten toegeven dat hij van de door vele eeuwen mishandelde en ontluisterde, door Rose tenslotte bedorven Ridderzaal wederom een monument heeft gemaakt, tot nieuw leven gewekt en waarop Den Haag, evenals het geheele land, met recht trotsch kan zijn. Tenslotte zal zijn eigen woonhuis, daar waar de Suri- namestraat zich verbreedt, een voorbeeld blijven van Peters’ stijl. Over de restauratie van de Ridderzaal heeft hij een waardevol boek geschreven; zijn rapport over de Lands- gebouwen wordt nog veel geraadpleegd en daarnaast heeft hij nog verscheidene fraaie, rijk geïllustreerde wer ken samengesteld, waarvan meer dan een aan zijn geliefd Groningerland was gewijd. Behalve bouwmeester en schrijver over bouwkundige onderwerpen was Peters een aarts-verzamelaar. Zijn leven door heeft hij hoogstbelangrijke collecties van prenten, voornamelijk maar lang niet uitsluitend, op bouwkundig gebied tot stand gebracht. Op zijn tachtigsten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 11