108 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER
1899 tot 1900 hadden niet minder dan 31 aankoopen
plaats. Zijn beheer neemt een blijvende en monumentale
plaats in voor de ontwikkeling der verzamelingen. Onder
zijn bezielende leiding vermeerderden zij met 125 stuk
ken. In 1891 verkreeg hij o.a. het vermaarde portret van
Adriaen van Rijn, door Rembrandt, gekocht van Ch.
Sedelmeyer te Parijs, voorts het mansportret van Mem-
linc, het Puttertje van C. Fabritius, het Nachtgezicht van
A. van der Neer, het Strandgezicht van S. de Vlieger,
stukken van J. van Goyen, A. van Ostade, Judith Leyster
(1892), Adr. Brouwer, Hals, Kalf, Fyt, Jan Vermeer
(van Haarlem 1898), van der Myn e.a. Voorts kwam in
1913 de aankoop der 5 schilderijen voor 100.000 met
steun der Vereeniging Rembrandt, uit de auctie Jhr. H. A.
Steengracht van Duivenvoorde.
Verder gaf Bredius verscheidene meesterwerken in
bruikleen en ook na zijn aftreden in 1909 heeft hij het
Museum daarmede verrijkt.
Tal van schenkingen en legaten kwamen sedert dien
de collectie vermeerderen, van: Jhr. Mr. J. de Witte van
Citters (1876), Mr. W. N. Lantsheer (1883), Aug.
graaf van der Straeten Ponthoz 1888), Dr. Abr. Bredius,
bruikleenen Rembrandts (1889), Henry Willet (1889),
T. Humphry Ward (1895), Mr. C. L. M. Lambrechtsen
van Rithem (1895), H. W. Mesdag (1895), A. Stengelin
(1897), Mej. C. J. L. van Dijk (1897), C. J. gravin van
Lynden van Pallandt (1900), Dr. C. Hofstede de Groot
(1901), Mr. A. A. des Tombe (1903), P. M. Netscher
(1903), Dr. T. H. Blom Coster (1904), gravin C. van
Bylandt (1904), douaire A. L. T. A. Grisart (1904),
L. Nardus (1905), Mej. J. C. H. Roels (1906), P. J. van
Dokkum (1906), Jkvr. M. J. Singendonck (1907), Dr. C.
Hofstede de Groot (1909), F. Kleinberger (1910), W. J.
baron R. W. J. Pabst van Bingerden (1912), Mevr. E. K.