PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN
109
Na al deze uitweidingen wordt het tijd dat wij nog eens
een blik slaan op de voormalige Stadhouderlijke biblio
theek, hoewel de verdere geschiedenis dezer instelling
sedert hare aanwijzing tot Rijksverzameling, eigenlijk niet
G. RoseMolewater (1913), R. Th. baron van Pallandt
van Eerde (1913), Mr. W. F. E. baron van Aerssen Beye-
ren vanVoshol 1914), Jhr. J. H. en Jhr. W. Hora Siccama
(1914), D. A. J. Kessler (1918), J. Goudstikker (1919),
J. G. de Groot Jamin 1921Svenonius 1930).
Het werk van Bredius wordt nog dagelijks voortgezet
door zijn onvermoeiden opvolger Prof. Dr. W. Martin,
ernstig geleerde, begaafd met fijnen kunstzin.
Toen een onzer vroegere museumdirecteuren in 1893
het South-Kensington Museum bezocht en hij zich tegen
over een der conservatoren beklaagde over de weinige
gelden, welke ten onzent beschikbaar konden worden ge
steld voor de stichting van musea, antwoordde deze hem
het volgende: „Wees dankbaar dat gij niet rijk zijt; de
„armoede zal U leeren een goed museum te stichten; onze
„rijkdom is ons ongeluk”.
Het Mauritshuis, dat een prachtige omlijsting vormt voor
den kostelijken schat, dien het herbergt, en wier glorie
bij het voortschrijden der jaren steeds toeneemt, beant
woordt ten volle aan den hierboven gestelden eisch van
te zijn een goed museum. Het bevat een betrekkelijk kleine
collectie, maar exceptioneel door haar verdienste, daarbij
opgesteld in een zorgvuldig gekozen harmonische om
geving; waardoor zij niet alleen volkomen belicht en in
alle details zijn te overzien, maar ook nimmer door hun
buren worden gehinderd.
Een vorig geslacht heeft ons een heerlijk erfdeel aan
kunstwerken nagelaten, hunne erven hebben getoond deze
kostbare nalatenschap waardig te zijn.