PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN 113 het Onder leiding van den architect der Koninklijke gebou wen Thibault volgde nu de door Johan van Duyfhuis uit gevoerde inrichting der lokalen voor de plaatsing der bibliotheek. Hierbij moest het inwendige van het gebouw noodzakelijke veranderingen ondergaan alvorens de boe ken over de verschillende lokalen konden worden ver deeld. De raming der kosten bedroeg 10.000 (res. 1 Juni 1807 no. 30), het bleek echter dat in totaal 15.000 werd uitgegeven. Daar de bibliothecaris Flament door den Koning als secretaris aan zijn persoon verbonden en derhalve veeltijds afwezig was, werd hem als ambtgenoot Mr. A. A. Stratenus toegevoegd. Het blijkt echter dat Flament later een kamer in het Mauritshuis had, doordat zijn aanstelling op 1500 salaris ook de clausule inhield van het genot van vrije woning, vuur en licht. 93Eerst vele jaren later zou Mauritshuis worden verwarmd. Onder de regeering van Lodewijk kreeg de bibliotheek den naam Koninklijke en viel haar, vooral in dit tijdvak, een aanzienlijke vermeerdering hater boekenschat te beurt; voor belangrijke bedragen vonden diverse aankoo- pen plaats, o.a. van de beroemde collecties Prof. Saxe, 94 Mr. J. Romswinckel, Mr. J. Visser (voor 12.000) en op veilingen, o.a. de la Serna Santander te Brussel voor 5000. Bij de overbrenging van het gezag naar Amsterdam werd o.a. door den Koning bepaald, dat zoodra de om standigheden zulks zouden veroorloven (K.B. 15 Januari 1808) een Paleis voor Kunsten en Wetenschappen zou worden geschapen, waarin zoowel het Koninklijk Insti tuut van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kun sten 95) (de latere Koninklijke Academie van Weten schappen), als de Koninklijke Bibliotheek en het Museum van Schilderijen, Oudheden, Kunstwerken en Penningen, 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 126