IN MEMORIAM C. H. PETERS
3
verjaardag is alles, zoover het op Groningen betrekking
had, eigendom der gemeente Groningen, al het overige
van de Technische Hoogeschool te Delft geworden.
Dadelijk daarna was hij nieuwe verzamelingen van pren
ten, vooral op het gebied der schilderkunst, begonnen en
binnen vijf jaar telden deze alweer meer dan 20.000
nummers.
Ook voor de meer beperkte belangen onzer Vereeniging
heeft Peters veel gedaan. Reeds zeer spoedig als lid toe
getreden, heeft hij talrijke excursies geleid, talrijke lezin
gen gehouden en menige bijdrage voor het Jaarboek ge
leverd. Tot tweemaal toe schreef hij over de geschiede
nis van de Groote Kerk 1900 en 1923over die van het
Binnenhof (1894 en 1905), de bouwgeschiedenis van
het Stadhuis werd door hem te boek gesteld (1895),
evenals die van de Nieuwe Kerk 1893).
In 1902 schreef hij over en tegen het dempen der
grachten, de geschiedenis van het St. Nicolaas-Gasthuis,
Den Haag’s oudste liefdadige instelling werd door hem
uit de archieven verhaald (1924). Over het Logement
van Rotterdam, thans Departement van Defensie heeft
hij in het Rotterdamsche Jaarboek geschreven.
De zeer geslaagde 5e aflevering van die Haghe’s
platenatlas, geheel aan de Groote Kerk gewijd, was aan
zijn initiatief te danken en op het in het Jaarboek voor
1931 gepubliceerde oorlogsdagboek, dat zoozeer belang
stelling heeft getrokken, werd door Peters de aandacht
gevestigd.
Het is dus stellig niet zonder reden geweest, dat die
Haghe Peters op zijn tachtigsten verjaardag het eere-
lidmaatschap der Vereeniging heeft aangeboden.
Was Peters een verdienstelijk bouwmeester, schrijver,
verzamelaar en lid van die Haghe, tevens was hij een
hoogst merkwaardig en beminnenswaardig mensch.