126 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER 17 Augustus 1797 van de van het fraai waren en Bataafsche Republieken.” „ieder met een zinnebeeldig schilderstuk, waarvan het èèn, de Vrij- „heid voorstellende, schoon niet meer dan slegts middelmatig in Konst, reeds in vroegere tyden, door (Theodoor) van der Schuer „was vervaardigd, en in of even na het jaar 1748 had moeten „plaats maken voor ene beeltenis van Willem IV, doch het ander, ,,'t geen daar tegenover, en in het Schoorsteenvak, waar uit het „Portrait van Willem III genomen werd, geplaatst is geworden, als „een geheel nieuw stuk, door den Konst- en Portraitschilder „W. Hendriks, alhier is vervaardigd, ene bredere melding en „nadere beschryving zo veel te meer waardig is. Dit Tafereel, 't „welk ene hoogte van ruim 11 voeten by ene breedte van 6 voeten „beslaat, vertoond: „De Alliantie der Fransche Volgt de beschrijving. 4<i) Hij overleed ongehuwd 14 Januari 1799 op 78 jarigen leeftijd aan een borstkwaal, le klasse begraven in de Groote Kerk, impost 60.—. 47Nu eens vermeld als een geschenk van den Dey van Tunis, dan weder als afkomstig van een „indïaensch Koning”, die het aan de Staten-generaal ten geschenke had gegeven (N.A. Konst- en Letterbode 1795, p. 97). Onder nr. 660 van de Guide van Kasteele „Korte Handleiding ter bezigtiging der Verzameling Koninglijk Kabinet van Zeldzaamheden” beschreven als „een met zilver opgelegd en verguld kanon de edelgesteenten verdwenen door de O.I. Compagnie aan de Ruyter vereerd”. De vroegere „Handleiding van R. P. van de Kasteele” geeft onder nr. 757 geen aanduiding van herkomst. 48) De inventaris was reeds op 22 Maart 1795 door den kastelein of concierge Leonard Faber in het Huis ten Bosch opgemaakt. Faber ging in Februari 1798 naar 't hotel Bellevue, destijds eigenaar David Herbert. Hij was de zwager van den kamerdienaar van Willem V, Walch. Onder de veiling van 17 Augustus 1797 waren zeer precieuse stukken Japansch en Chineesch porselein, 144 schil derijen en 12 prenten. 40De schilderijen in de paleizen te Leeuwarden werden be houden. De sequestor T. Joha zag kans ze te verbergen, maar kon niet verhinderen dat het meubilair werd verkocht. 50) Zie ook H. Jaarboekje 1889, p. 38 vv. 51De noorderhelft van het z.g. Trippenhuis was door hem in openbare veiling van 5 October 1801 van de Hervormde diaconie gekocht. Een der zalen was ingericht voor het houden van ten-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 139