IN MEMORIAM C. H. PETERS
4
Zelfs wie hem, als de schrijver van deze regelen,
slechts de laatste tien jaren van zijn bijna 86-jarig leven
heeft gekend, moet onder den indruk van zijn sterke per
soonlijkheid, van zijn tot het laatst zoo levendigen geest
zijn gekomen. Misschien was wel de meest opvallende
zijner eigenschappen, dubbel opvallend bij een man van
zoo hooge jaren: zijn geestdrift. Die was het, welke zijn
bezoeken steeds tot een feest maakte, welke telkens weer
opnieuw verraste. Peters zat steeds vol oorspronkelijke
ideeën, die hij met ongekend enthousiasme wist voor te
dragen. Dikwijls waren zij tegen nuchtere kritiek en
dagelijksche werkelijkheid niet bestand, maar hoe vaak
hebben zij bevruchtend gewerkt! Wie met Peters samen
arbeidde kon onmogelijk inslapen. Vandaar ook, dat hij
in besturen en commissies van zoo groote waarde was.
Wie op 4 Januari 1927 in Pulchri Studio de huldiging
op Peters’ 80en verjaardag heeft meegemaakt, heeft hem
in volle kracht gezien. De uitvoerige toespraak toen door
hem gehouden, zal wie haar hoorde niet licht uit de her
innering gaan. Daarin kwam Peters’ geestdrift, zijn
humor geheel te voorschijn. Hij was niet zonder kritiek
op anderen en deze kritiek hield zelfs voor de meest hoog-
geplaatsten niet op. Blind autoriteitengeloof was niet een
van Peters’ eigenschappen. Maar zijn kritiek was nimmer
onrechtvaardig, altijd geestig, zij kwetste niet en het was
een genot naar haar te luisteren.
Peters’ vurige, enthousiaste geest is tot het laatste toe
ongebroken gebleven. Leed en tegenslagen, die ook in
zijn ouderdom in ruime mate zijn deel zijn geweest, kon
den dezen geest niet buigen; juist zijn geestdrift hield hem
staande.
Wie het voorrecht heeft gehad dezen uitzonderlijken
mensch te kennen zal hem nimmer kunnen vergeten.