132 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER
J. C. Schotel,
van
i
1
van den aan-
en de tegenstrijdige opvattin-
vruchtbare samenwerking onmoge-
waarvoor de
Directeur-generaal van Koophandel en Koloniën. Na opheffing van
dit departement 5 April 1825 Staatsraad in b.d., gehuwd met
Sophia Helena Menkema, in tweede huwelijk met Geertrui Maria
Jongkindt 28 Augustus 1827 te ’s-Gravenhage.
74) Bekend als Nelri, waren zij door de weduwe 16 Maart 1750
te Amsterdam verkocht, van waar
auctie J. Tak te Haarlem kwamen, om
zij 5 September 1781 in de
op 23 Maart 1829 uit de
verzameling J. J. de Neufville Brants te Amsterdam te worden
verkregen.
75) O.a. het strandgezicht
Koning 5000 had betaald.
7e) Daar de werkzaamheden dezer Commissie,
vang af, stof leverde tot veel crltiek
gen der leden onderling te zeer
lijk maakten (Vosmaer trad al spoedig af) werd zij reeds in 't
volgend jaar ontbonden.
77) Levensbericht van de Jonge, door Dr. Veth in Jaarboek
der Kon. Academie van Wetenschappen, 1880.
78De arrondissements rechtbank, die van 1838 dagteekent, was
in dit huis gevestigd, weleer bij de rechtbank van eersten aanlég
en koophandel in gebruik.
79Men denke hierbij aan de scherpe invictiven van dien schalk,
die hij reeds in November 1874 lanceerde, als zou door den
Belgischen artist Portaels, gesteund door de voornaamste buiten-
landsche kunstenaars van dien tijd, op groote schaal vrijwillige
inschrijvingen in alle Europeesche beschaafde landen met uit
sluiting van Nederland worden geopend, met het doel om de
bijeengebrachte gelden aan Amsterdam aan te bieden, voor de stich
ting van een nieuw museumgebouw. Onnoodig te zeggen, dat
Portaels hiervan geheel onkundig was.
Een voortvarende en imperieuse natuur als de Stuers, kon nu
eenmaal niet overal vrienden hebben. Echter is zijn organisatie
vermogen en de steeds door hem gezochte samenwerking met
openbare instellingen, voor die verzamelingen van onberekenbaar
nut geweest.
so) Tegen die overbrenging naar Leiden teekende J. Tideman in
het Dagblad van Z. Holland en 's-Gravenhage fel protest aan.
81Afkomstig uit het fraaie pand op het Rapenburg nr. 48 te
Leiden, van wijlen Mr. C. Cock, aangekocht bij de firma Fred.
Muller Co, te Amsterdam.