NOG MEER OVER BOAS DOOR D. S. VAN ZUIDEN Mijn bijdrage in het Jaarboek „die Haghe” 1932, ge titeld „Iets over Tobias Boas en zijn relaties met het Stad houderlijk Hof” heeft, behalve dat het in breeden kring groote belangstelling getrokken heeft, ook nog dit nut gehad, dat bij eenige nakomelingen van dit, groote betee- kenis gehad hebbende, geslacht, de wat ingesluimerde belangstelling voor de voorvaderen weder is wakker ge worden. En dit heeft niet alleen tot zeer aangename per soonlijke kennismaking geleid, maar bovendien tot het beschikbaar stellen van de nog in het bezit zijnde familie papieren. Den inhoud acht ik wel van zooveel belang voor de beoefenaren van de geschiedenis van onze stad, die zeker niet meer de belangrijke rol zullen ontkennen, die het bankiershuis Boas in de 18e eeuw in de Republiek ge speeld heeft, dat ik met een gerust hart onzen redacteur om gastvrijheid in dit Jaarboek durf vragen om mede- deeling te doen van deze familiepapieren, die dikwijls meer en nadere bijzonderheden geven over de grootheid en roem van de Boassen. Ongetwijfeld zal de fantasie en de overdrijving der familieleden hierbij wel een groote rol gespeeld hebben. Een zeer groote kern van waarheid der

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 149