NOG MEER OVER BOAS 139 ling is absoluut juist en staat in de ,,’s-Gravenhaagsche Courant” van 11 Juni 1781. Daarin lezen wij: „9 Juli 1781 arriveerde om half 3 Zijn Keizerlijke-Koning- „lijke Majesteit (Joseph II) onder den naam van Graaf van „Falkenstein en nam zijn intrek in het logement „Het Parle- „ment van Engeland”. Direct ging hij te voet in reisgewaad „naar den Hertog van Brunswijk. Na een uur keerde hij „terug te voet naar zijn logement en dineerde er. „Daarna ging hij met Generaal Baron van Reischach naar „het Hotel van den Gezant en om 7 uur naar den Ambassa deur van Frankrijk den Hertog van Vauguyon en van daar tegen 8 uur naar de Oranjezaal en bracht er den „avond met den Prins en Prinses door. „Den lOen Juli bezocht hij de Mis in de kapel van Graaf „Reischach, verscheen vervolgens op de Parade en werd „aldaar door den Prins en den Hertog ontvangen. Daarna „bezichtigde hij het naturalien-kabinet van Z.H. „Des avonds was er diner in de Oranjezaal met groote „tafel. „Den volgenden dag verbleef Z.M. op Zuidwijk te Wasse- „naar, toebehoorende aan den Graaf van WassenaarTwik- „kel en vertrok naar Amsterdam. „In die stad bezocht hij op Zaterdag 14 Juli de Portu- „geesch-Israëlietische synagoge.” Uit dit courantenberichtje lezen wij twee halve beves tigingen van de mededeelingen in den brief van Louis Boas. En wel, dat de Keizer inderdaad de parade heeft bezocht en bovendien dat hij de prachtige Portugeesch- Israëlietische synagoge in Amsterdam bezocht, waarmede hij ongetwijfeld den joden een vriendelijkheid heeft wil len bewijzen. Volstrekt onmogelijk, dat hij met Tobias Boas op onge kunstelde wijze te zijnen huize zou zijn omgegaan en met den ouden man zich in het openbaar hebben vertoond, lijkt het mij dus niet, te minder omdat wij uit het staatje

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 153