VIJFTIG JAAR „HAAGSCHE COURANT”
148
tijdroovend, ook vervelend of saai zou zijn, vergist zich ten
eenenmale. Het is integendeel een alleranimeerendst
werk, waarbij ik (dat moet ik tot mijn schande bekennen)
menigmaal mijn opdracht bijna vergat, omdat er in al die
vergeelde pagina’s een schat van interessante bijzonder
heden is te vinden van allerlei buitenlandsche, binnen-
landsche en Haagsche gebeurtenissen, welke nog slechts
vaag in onze herinnering leven.
Zoo zag ik als in een film het belangrijkste gebeuren
van de laatste vijftig jaar langs me gaan: de uitbreidingen
der stad, de ontwikkeling der politieke partijen, schok
kende drama’s hier en elders. Maartusschen al die
verleidelijke geschiedenis-pagina’s door kon ik toch ook
een duidelijk beeld krijgen van de merkwaardige uitbrei
ding der „Haagsche Courant”, welke van een klein cou
rantje tot een machtig dagblad met een oplaag van vèr
over de zeventig duizend per dag uitgroeide.
Het was op den 7en April 1883, dat het eerste nummer
van de „Haagsche Courant” verscheen. Dit eerste num
mer, ik moet er dat dadelijk bij vertellen, was gedateerd
9 April, zooals vele dagbladen zulks vroeger plachten te
doen. De verklaring van deze dateering op den dag na
uitgifte is te vinden in het feit, dat de dagbladen in die jaren
gewoonlijk zóó laat bezorgd werden, dat men practisch in
vele gevallen de courant eerst den volgenden dag kon
lezen. Om die reden meenden de uitgevers er goed aan te
doen, ook al ter wille van de actualiteit, den datum een
dagje te verschuiven.
Het eerste nummer van de „Haagsche Courant”, dat
op 7 April 1883 als nieuweling in de rij der toenmalige
Haagsche dagbladen de wereld werd ingezonden, was de
vrucht van nauwkeurige overwegingen van den jongen
uitgever Albert Sijthoff. Deze, de zoon van den over
bekenden Leidschen uitgever A. W. Sijthoff, had in het