i
IN MEMORIAM M. MOUTON
7
van achting en waardeering, van vriendschap in menig
geval, om zich te scheppen, welke zijn heengaan in
menigen kring deed betreuren.
Menige kring; want Mouton heeft een werkzaam leven
gehad, niet slechts met het tot bloei brengen van zijn be-
drijf-zelf, maar ook met het deelnemen aan al den maat-
schappelijken arbeid, die van hem werd gevraagd. Ik denk
in de eerste plaats aan zijn lidmaatschap van het Dage-
lijksch Bestuur van den Raad van Arbeid hier ter stede,
ook aan zijn voorzitterschap van het Bestuur van het
Panorama Mesdag; voorts had hij zitting in tal van com
missies en besturen, waar zijn bezadigd, weloverwogen en
kundig oordeel werd geapprecieerd; zijn werkzaamheid
voor tentoonstellingen1en andere gelegenheden, waarbij
het er om te doen was aan te toonen hoezeer typographic en
boekverzorging in ons land vooraanstaan, was onver
moeid. Met een zekeren trots vertoonde hij zijn oude uit
gaven, die bewezen, dat hij onder de eersten was ten
onzent, die over de regelen voor een goed uitgevoerd boek
hadden nagedacht en dat hij er het zijne toe had bijge
bracht om ons op dit gebied iets te doen bereiken.
Met bijzonder genoegen sprak hij van zijn samenwer
king met en vriendschap voor kunstenaars. Door zijn
eerste huwelijk met den kring van Mesdag verwant, had
hij zijn jonge jaren doorgebracht in groote bewondering
voor de Haagsche school en van verschillende harer mees
ters bezat hij mooi werk.
Dat de eerste editie van Van Eeden’s „Kleine Johan
nes" zijn uitgeversnaam droeg, dat Bauer’s etsen en die
van Witsen bij hem zijn gedrukt, dat hij aan bekende
prachtwerken aandeel had, dat alles herinnerde hij zich
1) In Brussel 1910 als Jurylid; in Leipzig 1914 als Voorzitter der
Nederlandsche Commissie; in den Haag en Amsterdam, 1920 voor
Joan Blaeu, eveneens als Voorzitter.