VIJFTIG JAAR „HAAGSCHE COURANT” 163 overbrengen. Wel werd er even gemopperd hier en daar in den lande, ook door oudere journalisten, die zich maar niet met die „plaatjes” konden vereenigen, maar de Nederlandsche couranten zouden op den duur wel mee moeten en als het er dan toch van kwam, dan wilde de „Haagsche Courant” het liefst in de eerste rijen staan. Later, toen het illustratiewezen voor dagbladen zich meer en meer uitbreidde en vervolmaakte, werd er door de „Haagsche Courant”, behalve een aparte fotoredactie, ook een eigen inrichting tot het vervaardigen van de cliché’s ingericht. Daar ging weer een deel van de zoogenaamde reserveruimte. Lokalen, die men nog jaren dacht vrij te houden, werden, het een na het ander, in ge bruik genomen voor nieuw te stichten afdeelingen. De rubriek Briefwisseling, een geliefkoosde vraagbaak voor weetgrage abonné’s, werd op allerlei manieren ge- perfectionneerd. Een jurist werd aangesteld voor de juri dische vragen en hield gratis advies-uur voor de abonné’s. Kamers moesten er voor beschikbaar zijn. De radio vroeg bijna maandelijks om vernieuwing. De mode-afdeeling, reeds vroeger gesticht, groeide uit tot een belangrijk onderdeel van het bedrijf, waar, onder leiding van eigen coupeuses, die dagelijks voor de dames der abonné’s zijn te consulteeren, voor het ontwerpen en maken van de nieuwste patronen gezorgd wordt. Zoo greep de ondernemingsgeest van de leiders steeds meer om zich heen, ten einde de lezers aan zich te binden en „service” te geven. Kon het anders, of al spoedig begon weer de ouderwet- sche klacht zich te doen hooren: geen ruimte. De stichter van de „Haagsche Courant” ging zich terugtrekken. Met zijn zonen A. W. Sijthoff en H. C. Sijthoff had hij jarenlang gezamenlijk de leiding gevoerd. Nu wilde hij rusten. A. Sijthoff, wiens levensschepping

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 181