IN HAAGSCHE OMGEVING
173
was de bijeenkomst, die in
de Eerste Kamer plaats had. Daar
van den heer Rahusen, de jaarlijk-
de Interparlementaire Unie bijeen,
Van geheel anderen aard
1894 in de zaal van i'
kwam, onder leiding
sche conferentie van
begroet namens de regeering door den toenmaligen
Minister-President, den heer van Houten. De Interparle
mentaire Unie bestond nog slechts korten tijd; zij was,
dank zij het initiatief van den zoon van den grooten Glad-
als één gerekend en hebben eigenlijk niet anders gemeen
dan dat ze voeren tot eenzelfde resultaat. Want waar
het codificeeren van den oorlog beteekent wetten en
voorschriften te geven, die de verschillende omstandig
heden op het oorlogsterrein althans gedeeltelijk beheer-
schen, daar wijst dit tegelijkertijd aan, dat mogelijkheid
bestaat van overtreding van zulk verbod. Doch het
humaniseeren van den oorlog heeft betrekking op een
vooruit in internationalen zin uitgevaardigd verbod tot
gebruik van bepaalde wapenen, tot invoering van be
paalde vernietigingsprocédés. Aan deze tweeledige ge
dachte verbond Von Martens de zekere overtuiging, dat
alleen dan een overwinning van de arbitrage zal kunnen
komen, wanneer er recht is ook tusschen de volken;
recht, waarnaar de internationale rechters kunnen recht
spreken. Moge hij in 1899 meer invloed hebben ont
wikkeld dan in 1907 het geval was, in beide gevallen
was hij de feitelijke leider der Russische delegatie. Maar
in 1907 eerde men Von Martens met het presidium der
vierde Commissie, aangewezen om te geraken tot een
oplossing in de tal van belangrijke, maar ook hoogst
moeilijke vraagstukken van zeerecht, waaruit deze Com
missie zich redde met wel een groot aantal overeenkom
sten, die echter de hoofdzaken voor het meerendeel
onbeslist lieten.