INTERNATIONALE FIGUREN 190 zou komen en dus middelen moest vinden om de bewa peningen te beperken. Wie zouden daarbij beter kunnen raden dan de militairen? Dat echter uiteraard, gelijk in elk ander geval ook zou geschieden, de militairen de bezwaren tegen het opgeven van onderdeelen van bewapening zwaarder gevoelden, wie zal het ontkennen? Dat zij ten aanzien van de instructies, door hen ontvangen, minder soepel zijn en kunnen zijn dan juristen of diplomaten, wie zal het niet begrijpen? Vandaar, dat men, ondanks alle daaraan bestede zorg, weinig of geen vertrouwen had in den invloed der bewapeningsbesprekingen. Rusland leidde die in met het voor dien tijd en zelfs nu nog zeer merk waardige voorstel om de bewapeningen voor 3 of 5 jaren stop te zetten. Er was ongetwijfeld iets in de atmosfeer der Conferentie, dat de plannen kans zou hebben gegeven, had men zich niet van Duitsche, en onmiddellijk daarna ook van Fransche zijde daartegen verzet. Duitschland zond met kolonel von Gross von Schwarzhoff een zeer strijdbare en ongetwijfeld een bekwame figuur; een, die zijn instructies tot op de letter uitvoerde, maar daardoor weinig voor overreding vatbaar was. Niet veel later dan twee jaar zou hij in een Chineesch paleis te Peking door de vlammen den dood vinden. Naast hem trad vooral de Russische kolonel Gilinsky op den voorgrond, die door geheel het gezag van den eersten Russischen gedelegeer de, den heer de Staal, bij de ontwapeningsbesprekingen werd gesteund. Van de maritieme figuren kwam van Engelsche zijde de later zoo bekende admiraal Fisher en van Amerikaansche zijde kapitein Maham uit. Hun naam is ook bij latere pogingen om in deze richting tot resultaat te komen, meermalen genoemd. De militairen echter vorm den te ’s-Gravenhage geen groep op zichzelf; ook bij hen vonden degenen, die de Conferentie omringden, zeer ver schillende gezichtspunten. Het is volkomen waar, dat de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 208