IN HAAGSCHE OMGEVING 191 Er was om de Conferentie beweging, bijkans eiken dag. Naar Den Haag trokken in die weken degenen, die in ver schillende landen manifestaties op touw hadden gezet ten einde uiting te geven aan den vredeswil der volken. Men denke aan de petitie der vrouwen, die aan President de Staal in zijn appartementen in het oude Hotel du Vieux Doelen, dat nu niet meer bestaat, werd overhandigd. Maar Haagsche Conferentie geen resultaten van beteekenis op ontwapeningsgebied heeft opgeleverd; men heeft een algemeene resolutie aangenomen; men heeft twee der voornaamste vraagstukken, die van de geweren en de artil lerie, in de nadere studie aanbevolen, maar daarmede was het afgeloopen. Toch is er genoeg gedaan om hetzij in het algemeene vraagstuk, hetzij in een der onderdeelen tot een oplossing te geraken. Nederland heeft zich daarbij, er mag nog wel eens aan herinnerd worden, niet onbetuigd gelaten; zijn militaire expert, Generaal den Beer Portu- gael, heeft de aandacht der Conferentie tot zich getrok ken door een tweetal redevoeringen, waarin hij zoover ging als men maar kon en mocht verwachten, en waarin hij ten aanzien van het gevaar, dat de afspraken zouden worden overtreden, een beroep deed op het eergevoel der Staten en den dichter aanhaalde: „L’honneur est comme un ïle escarpé et sans bords ,,On ne peut y rentrer lorsqu’on en est en dehors.” Maar het hielp niets; reeds spoedig moest worden toe gegeven, dat de beraadslagingen tot niets zouden leiden. Pauncefote mocht zich optimistisch betoonen in zooverre, dat hij op het weer oprakelen van het vraagstuk ver trouwde; Beernaert mocht zeggen, dat had men het voor stel begraven, de kist dan toch in elk geval nog niet was toegespijkerd en de planken los zaten de practijk heeft helaas anders geleerd!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 209