SIMON DE LA VALLÉE
10
Thesauriersreken. nr. 781, fol. 244.
2) Zie hieromtrent, en wat betreft de beteekenis van S. de la
Vallée als architect, mijn Handboek tot de Gesch. der Nederl.
bouwkunst, dl. III, blz. 62 en 115 vv.
3) Thes. Reken. 1633, Nass. Domeinarch., nr. 781, fol. 298.
De bouwgeschiedenis van het huis Ter Nieuburch, dat tot dusver
ten onrechte aan Jacob v. Campen is toegeschreven, hoop ik
binnenkort elders te publiceeren.
Blijkbaar was het in verband met dit nieuw op te trek
ken „corps de logis”, en den hierbij behoorenden park-
aanleg, dat men den Parijschen architect de la Vallée en
zijn kunstbroeder Mollet hierheen had laten komen.
Want in October van hetzelfde jaar 1633 wordt betaald
„aen Arent Arentz s Gravesandt architect en schryn-
wercker de Somme van vier ende twintich ponden overt
maecken ende hermaken van een houten model ter
ordonnantie vanden Architect la Vallee, diennende tot
den grooten Trap te Honselerdyck”, x) En deze groote
trap van hardsteen „met balusters, swarte marber ende
constlich geciert”, werd in het volgende jaar door de
steenhouwers Hendrick Nysius en Jan Michielsen in
het centrale trappenhuis van het nieuwe corps de logis
opgetrokken. 2
Simon de la Vallée had zich blijkbaar al spoedig een
vooraanstaande plaats verworven, want evenals te Hon-
selaarsdijk, vinden we hem nog in 1633 werkzaam aan
de voltooiing van het in 1630 naar de plannen van Bart-
holdt van Bassen begonnen huis ter Nieuburch te
Rijswijk, waarvoor onze meester de vertrekken van
Amalia van Solms kreeg in te richten. 3) En in Mei 1634
volgde reeds zijne benoeming tot „architect van Zijne
Hoogheids gebouwen”, de positie dus van hofarchitect,
die nog niemand vóór hem had bekleed, en waarin Pieter
Post hem zou opvolgen. Hoewel de la Vallée deze plaats