IN HAAGSCHE OMGEVING 199 heid werd gegeven om het publiek in de stampvolle Kur- zaal toe te spreken. Dat had zij in 1894 niet gedacht, dat het nog eens mogelijk zou zijn, zoo bekende zij ons, toen zij het podium verlaten had en de moeilijke taak, het toe spreken van een zoo groote zaal op haar leeftijd, achter zich had. Van haar partners op dien avond verliet de laat ste de vredesgedachte in den oorlog, de ander zag zijn eenigen zoon nauwelijks twee jaren later wegmaaien! Het Haagsche Verdrag van 1899 maakte, door de stichting van het Permanente Hof van Arbitrage, Den Haag tot blijvende internationale stad. O zeker, het Permanente Hof van Arbitrage was en is permanent slechts in naam. Het Internationaal Bureau, dat de ver schillende uit dit Hof voortgekomen rechtbanken tot griffie heeft gediend, is een lichaam van overigens zuiver administratieven aard, dat aanvankelijk zeker niet de ruimten behoefde, die het Vredespaleis te zijner be schikking stelt. Het nam dan ook aanvankelijk zijn in trek in een dier mooie oude huizen, die de Prinsegracht ten onzent nog kent als herinnering aan vroeger, zoo glorieuse dagen. Op heel eenvoudige wijze, door middel van het rondzenden van een circulaire, constateerde Minister de Beaufort op 6 April 1901, dat bekrachtiging van het Haagsche Verdrag in voldoende mate was ge schied om te kunnen overgaan tot de instelling van het Permanente Hof. De Raad van Beheer, bestaande uit de te 's-Gravenhage geaccrediteerde gezanten, kwam dus onder zijn Voorzitterschap voor het eerst bijeen; benoemde een Secretaris-Generaal; stelde een begroeting vast. En de Secretaris-Generaal, de latere Minister Melvil van Lynden, betrok met een secretaris en een commies de ruime vertrekken aan de Prinsegracht, maar bevond er zich voorloopig eenzaam. Het was tenslotte

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 217