IN HAAGSCHE OMGEVING 207 komender dan in 1899 de reeds oude Prins Munster; een man met meer soepelheid en diplomatieke tact; die zijn kracht hierin zocht, dat hij in de vraagstukken, die toch geen positief resultaat zouden afwerpen, den Duitschen tegenstand niet naar voren schoof, doch zulks zooveel te sterker deed daar, waar, als bijv, opnieuw in de aangele genheid der verplichte arbitrage, Duitschland alleen stond. Een groote tegenstelling was er tusschen hem en de twee voornaamste Amerikaansche gedelegeerden, den ambas sadeur Choatke en Generaal Porter, die onderling weer geheel verschillende typen vormden en zich ook voor ver schillende vraagstukken interesseerden. Een zeer belang rijke figuur was ook de Engelschman Sir Edward Fry, reeds op dat oogenblik op hoogen leeftijd, daarom gese condeerd door een figuur uit de diplomatenwereld als Sir Ernst Satow en den jurist van Hollandschen oorsprong Lord Reay. Aardig is het om te bemerken, dat in de dele gaties der groote landen reeds toen zitting hadden, uiter aard in ondergeschikte functies, tal van persoonlijkheden, die later geroepen zouden worden om een rol van betee- kenis in het vredeswerk te vervullen; zoo in de Fransche delegatie Fromageot, in de Engelsche Crowe en Cecil Hurst; in de Italiaansche Ricci-Busatti; in de Japansche Yoshimura en Nagaoka; in de Zwitsersche Prof. Max Huber, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Enkele Zuid-Amerikaansche figuren traden in deze Conferentie bijzonder op den voorgrond; dat waren de Argentijnsche oud-Minister van Buitenlandsche Zaken Drago, de Bra- ziliaansche Vice-President van den Senaat Ruy Barbosa, de Cubaansche hoogleeraar en senator de Bustamente. Drago vertegenwoordigde te s-Gravenhage zijn Drago- leer, eene uitbreiding van de Monroeleer in zooverre, dat deze aan buitenlandsche regeeringen, die schuldvorderin gen op Zuid-Amerikaansche Staten hadden en dat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 225