IN HAAGSCHE OMGEVING 209 dat de na-oorlog de conferenties in grooter aantal moge zien verschijnen, doch in een andere omgeving. De achter grond, d.w.z. de feesten, zijn meer bijzaak geworden; de voornaamste gedelegeerden nemen dikwerf de vroeger zoo nauwkeurig opgevatte vormelijkheid niet meer in acht om op bepaalde feesten, hoe vermoeiend ze ook waren, te verschijnen. Met de tweede Vredesconferentie viel zeer zeker de eerste der drie Opiumconferenties, die op 1 December 1911, in een koude, mistige omgeving, aanving, niet te vergelijken! Deze eerste Opiumconferentie was gevolg van den strijd, door Amerika, op vooral ideëele gronden, tegen het opiummisbruik aangebonden. Dank zij den Amerikaanschen aandrang was in 1909 een Com missie van belanghebbende Staten te Shanghai min of meer officieus samen geweest; deze Commissie had enkele stellingen aanvaard en op grond van de stellingen zou nu te ’s-Gravenhage getracht worden te komen tot een over eenkomst. Tot twee malen toe moest de aanvangsdatum dier Conferentie veranderd worden, en zoo kwam men tot den inderdaad, ook met het oog op het Hollandsche kli maat, zonderlingen datum van 1 December. Want er was een groote moeilijkheid in de verhouding tusschen Groot- Brittannië en China. Men behoefde de cijfers niet te raad plegen om te weten, dat Britsch-Indië tot de grootste im porteurs van opium in China behoorde en dat dus mede werking van Engeland noodig was, wilde men China van dezen invoer bevrijden. Op gronden van humaniteit, in Engeland zelf gepropageerd, kon de medewerking niet geweigerd worden, maar terecht gaf Engeland te ver staan, dat het geen verlies van eigen opiuminvoer wenschte, die niet aan vermindering van het opiumge bruik, doch slechts aan Chineesche belangen ten goede zou komen. M.a.w. Engeland wilde een mate van zeker heid hebben, dat niet het opiummisbruik in China in ge- 14

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 227