IN HAAGSCHE OMGEVING
217
het
subsidie
middelen
de
om-
toegang te verleenen. Stel eens, dat de opening van
Vredespaleis zich had voltrokken zonder dat vooraan
staande pacifisten als een Bertha von Suttner, een Henri
Lafontaine, een Alfred Fried in dat jaar tegelijk met
Root en Renault tot eere-doctor door de Leidsche Univer-
siteit uitgeroepen zouden zijn aanwezig geweest! Te
meer, daar de opening van het Vredespaleis aansloot bij
het einde van het XXste internationale Vredescongres
van dat jaar. Dat Congres slaagde, mede dank zij de be
langstelling uit den vreemde, uitnemend. En toch was het,
eigenaardige bijzonderheid, het eenige internationale con
gres van dat jaar, dat zich niet mocht verheugen in een
van de Nederlandsche regeering. Gebrek aan
was daarvan niet de oorzaak, want de jaarlijk-
sche bijeenkomst van de Interparlementaire Unie kreeg
een subsidie van 40.000, welke niet eens geheel kon wor
den gebruikt. Maar toen in 1912 het Vredescongres te
Genève bijeenkwam, hadden zich daar, in verband met
den Italiaansch-Turkschen oorlog van het vorig jaar en
de nationale eischen der Egyptenaren, incidenten afge
speeld, die den Minister van Buitenlandsche Zaken deden
aarzelen verantwoordelijkheid voor een dergelijk Congres
te 's-Gravenhage te aanvaarden. Toen werd op de mede
werking van het Nederlandsche publiek een beroep ge
daan, dat volkomen slaagde, terwijl dank zij de gastvrij
heid, die van alle zijden werd betoond, aan dit Congres een
volkomen waardige ontvangst kon ten deel vallen. Maar
niet alleen zij, die den vrede voorstonden, vergaderden in
dit jaar, dat ook het jaar van tentoonstellingen was, in Den
Haag of in Nederland -met de meest uiteenloopende ge
zelschappen was dit het geval. De InternationaleVrouwen-
raad opende de reeks, en vooraanstaande figuren van
vrouwenbeweging die wij onder zoo geheel andere
standigheden twee jaren later zouden terugzien, waren