INTERNATIONALE FIGUREN
218
Een volgend nummer op het internationaal programma
voltrok zich dan ook onder geheel andere omstandigheden.
De oorlog was uitgebroken; in Nederland, gelijk in andere
neutrale landen, vroegen velen, en onder hen bij voorkeur
degenen, die in normale tijden te verstaan gaven, dat paci
fistisch streven „toch tot niets kon leiden”, zich af wat er
gedaan kon worden om aan de door den oorlog allerwege
ontstane ellende een einde te maken. Bijkans te zelfder
aanwezig. De vereenigingen voor toerisme vergaderden
zoo goed als de belanghebbenden bij de katoen; de inter
nationale letterkundige en artistieke vereeniging zoo goed
als de pharmaceuten en de voorstanders van den woning
bouw. Allen, die bij deze Congressen waren betrokken ge
weest, kwamen aan het einde van het seizoen aan een diner
op de Amsterdamsche Entos tezamen, en mochten daar
algemeen gewagen van gevoelens van erkentelijkheid, die
door de vreemdelingen waren getoond. Al die Congressen
brachten internationaal leven in de Residentie; zij deden
het hare om het „Haagsche werk” van dezen meer toeris-
tisch-wetenschappelijken, gedeeltelijk mondainen kant te
belichten. Er waren onder de congressisten velen, die tot de
vooraanstaanden in eigen land behoorden, maar die zich
op een dergelijk congres vertoonden, ontdaan van de
waardigheden, die zij bekleedden, als gewone toeschou
wers, ja bij voorkeur zelfs als toeristen. Een dezer con
gressen had het voorrecht te vergaderen, terwijl de Onaf-
hankelijksfeesten zich voltrokken en de historische op
tocht, die Nederland in den loop der eeuwen in beeld
bracht, door de straten trok. Dat waren dagen, waaraan
de herinnering nog altijd levendig is; dagen, die in niets
deden gevoelen het onheil, dat zoo spoedig ook over ons
kleine land zou losbarsten!