INTERNATIONALE FIGUREN 224 de Léon gelijking met het Permanente Hof van Arbitrage, aan dit nieuwe Gerechtshof dienden te worden aangelegd! Merk waardig is ook, dat men, de protocollen van 1907 na slaande, daarin een voorstel van den Amerikaanschen gedelegeerde Choate vindt, dat merkwaardige gelijkenis toont met de denkbeelden, die aan de oplossing dezer Februari-conferentie tot grondslag hebben gestrekt. Ter tweede Vredesconferentie ontwierp men reeds een ge rechtshof naast het Permanente Hof van Arbitrage, maar men kon het niet eens worden over de wijze waarop de benoeming der rechters, die in een gerechtshof slechts tot een beperkt aantal kunnen zijn, zou geschieden. Men pro beerde van alles in 1907; men raadpleegde op het laatst zelfs de „zeven wijzen” ter Conferentie als hoedanig Asser, Bourgeois, Beernaert, Fry, von Martens, Renault en president de Nelidoff werden aangezien. „Zeven wijzen”, die ook hier de oplossing, welke allen zou hebben bevredigd, niet konden vinden. En deze Februari-Confe- rentie heeft niet onbelangrijke gedeelten van haar rapport zien overnemen door de officieele Volkenbondscommissie, die in denzelfden zomer bijeenkwam om het definitief voorstel voor de Assemblée van den Volkenbond op te stellen. Ook dat geschiedde te ’s-Gravenhage, maar het is dit staat wel vast niet zoo eenvoudig gegaan en het was op zichzelf ook niet zoo eenvoudig als het voor den buiten staander geleek. Want het samenkomen der voorberei dende commissie, door den Raad van den Volkenbond benoemd, liep automatisch vooruit op de plaats van vesti ging van dit nieuwe gerechtshof, en waarlijk niet in eiken kring was men er zoo van overtuigd, dat deze plaats ’s-Gravenhage behoorde te zijn. Het is zeker voor d~ keuze van Den Haag van belang geweest, dat aan Bourgeois, tot aan zijn dood Frankrijk’s vertegenwoordi-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 242