IN HAAGSCHE OMGEVING
227
het Vredespaleis
de nagedachtenis
bodem eenmaal kan beteekenen, is thans uitermate moei
lijk vast te stellen.
Meer en meer bleek, dat de wel eens gekoesterde vrees
als zou Den Haag zoo niet geheel, dan toch een belangrijk
deel verliezen van de rol, die het internationaal vóór den
oorlog speelde, ongegrond was. Want het was ook te
’s-Gravenhage, dat in den winter van 1922 op 1923 de
Conferentie samenkwam, die, uitvloeisel van het verdrag
van Washington, tot taak kreeg de codificatie van het
oorlogsrecht in studie te nemen; conferentie, waarbij onze
landgenoot Struycken een belangrijke rol speelde. Tevoren,
in het vroege najaar van 1921, was de reeks der belang
rijke internationale congressen te 's-Gravenhage hervat.
Lord Phillimore, de voorname en vooraanstaande Engel-
sche rechtsgeleerde presideerde er de samenkomst, die de
International Law Association na den oorlog hield. Eigen
lijk had deze bijeenkomst te 's-Gravenhage in 1914 moe
ten plaats hebben. Zij bracht nu het aanzienlijk en weten
schappelijk gezelschap, dat in de International Law Asso
ciation pleegt samen te komen, naar 's-Gravenhage. Zij
heeft geleid tot de zgn. Hague Rules, voor het onderling
juridisch verkeer, zij het ook op privaat terrein, van groote
beteekenis. De samenkomst kenmerkte zich door de ont
hulling die in de kleine rechtszaal van
geschiedde van het beeld, gewijd aan
van Asser, dat sedert dien zijn plaats in de gangen van het
Vredespaleis heeft ingenomen. En al spoedig zouden deze
gangen regelmatig de bezoekers en de deelnemers her
bergen van de processen, die voor het Permanente Hof
van Internationale Justitie werden en worden afgespeeld.
Op 15 Februari 1922 toch had, ten overstaan van de
Koninklijke familie, de beëediging plaats van deze eerste
internationale rechterschare. De elf rechters en de vier
plaatsvervangers, voor zooverre op dien dag aanwezig,