IN HAAGSCHE OMGEVING
231
In statige rust, in de volkomen abstracte sfeer van het
werkelijk rechtsprekende college heeft zich sedert 15 Juni
1922 de eerbiedwaardige reeks gedingen af gespeeld, die
voor het Permanente Hof hebben gediend. Het Hof van
den Volkenbond, gelijk men het veelal kortweg noemt,
heeft een dubbele taak: eensdeels om vonnis te wijzen, dat
onherroepelijk is, in die gedingen, die hetzij krachtens het
Pact, hetzij krachtens bijzondere overeenkomsten aan het
oordeel van het Hof worden onderworpen; anderzijds om
adviezen te geven die, door den Raad of de Assemblée
van den Volkenbond gevraagd, meer zijn dan adviezen
alleen en tot dusverre altijd zijn opgevolgd. Het had er
aanvankelijk den schijn van als zou het aantal adviezen
het winnen van dat der vonnissen. Immers, eerst in den
zomer van 1923, nadat reeds een zestal adviezen was
gegeven en een tweetal andere in voorbereiding was,
velde het Hof inderdaad vonnis. Dit geschiedde in het
bekende geval van het Engelsche stoomschip „Wimble
don”, dat, met munitie voor Polen geladen, door de Duit-
sche autoriteiten gelijk het Hof uitmaakte ten onrechte
was vastgehouden in het Kieler kanaal, wijl Duitsch-
land zich onzijdig verklaard had in den Poolsch-Russi-
schen oorlog. Maar daarna is de reeks werkelijke vonnis
sen, afgewisseld door ordonnanties van gelijk bindend
karakter, begonnen, die het thans èn in aantal èn in be
langrijkheid niet meer van die der adviezen verliest. Het
tafereel, dat zich in de groote rechtszaal van het Vredes
paleis in alle die jaren afspeelde, was telkenmale vrijwel
hetzelfde. Achter de groote tafel, eerst in de breedte,
thans in de lengte van de rechtszaal geplaatst, het Hof; de
President in het midden, aan zijn rechterhand de laatste
oud-president; de leden verder zetelend naar anciënniteit.
Voor de tafel van het Hof staan aan weerszijden de ban
ken voor de vertegenwoordigers der partijen; de lessenaar,