IN HAAGSCHE OMGEVING 239 Sedert veertig jaren geleden het „Haagsche werk” een aanvang nam, heeft onze Residentie mogen strekken tot verblijfplaats van steeds nieuwe internationale omgeving; men denke aan de jaarlijks wederkeerende colleges der Academie, aan de Codificatieconferentie van 1930, aan de bijeenkomsten van het internationale Roode Kruis e.a., het Eere-Tribunaal der journalisten en niet het minst aan de beide Haagsche Conferenties. Het Vredespaleis vormt van dit alles een middenpunt, dat zich telkenmale zijn roeping getrouw toont, ook dan, wanneer bij voorbeeld gelijk in 1932, belangstelling wordt gevraagd voor een onderwerp van beteekenis gelijk het geschiedenisonder wijs in alle landen is. De vraag is wel eens gesteld, reeds voor den oorlog, of de eigenaardige positie, die Den Haag is gaan innemen, niet moet leiden tot neutraliteitsver- klaring van het Nederlandsche grondgebied of demilita- risatie van een breede zone, die Den Haag en omgeving bevat. Het moge zijn, dat naar den uiterlijken schijn zoo danige oplossing een waarborg zou bieden voor de ge- nieuwe museum, waarvan de opening eerst in den loop van 1934 kan worden tegemoet gezien, bezichtigen, zullen er achtereenvolgens aantreffen datgene wat betrekking heeft op de vredesgedachte in de de oude tijden; de ont wikkeling der in de 19eeeuw gegrondveste georganiseerde vredesbeweging; de oprichting, arbeid en ontwikkeling van den Volkenbond en al wat daartoe behoort terwijl als tegenstelling zal worden gedemonstreerd de steeds toe nemende samenwerking tusschen de volkeren op elk ge bied eenerzijds, de oorlog, die deze banden uiteenscheurt, anderzijds. Het museum, dat in enkele lokalen van de voor malige Meisjes H.B.S. aan het Bleyenburg zal zijn geves tigd, zal zeker over gebrek aan belangstelling niet be hoeven te klagen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 257