SIMON DE LA VALLEE
15
1) Notar. archief ’s-Gravenhage, nr. 34, fol. 1.
haer deposante hebben ontboden ende laeten haelen te
haeren huyse ende haer soecken t indiceeren omme te
seggen ende verclaeren dat de vrz. La Vallye was een
Bougerou ende een hoer sulcx hadde bethoont maer dat
sy sulcx geweygert heeft tedoen”. 1
Dit nogal ruige verhaal, waarmee Simon zich blijkbaar
een wapen tegen zijn schoonouders wilde verschaffen, is
onderteekend, behalve door Marie Joseph, door de ge
tuigen Pierre Lefrancois en Daniel Thuiller, en wij zullen
goed doen dezen laatsten naam te onthouden, want wij
zullen hem aanstonds weer ontmoeten, en hij maakt ons
duidelijk, wat er eigenlijk aan de hand is! Twee dagen
later, den 9en Januari 1636, verschijnen dezelfde twee
getuigen weer voor notaris Rietraet, thans in gezelschap
van Marie Thuillier, de vrouw van genoemden Daniel,
Abraham Thuiller, Margaretha Burch, dienstbode van
Simon de la Vallée, David Plorin met zijn vrouw Marie
Lefrancois, Michel Page, Etienne Utet, en Richard Tetie,
allen buren of huisgenooten van de la Vallée, die allen
gezamenlijk en ieder voor zich verklaren, zooals de des
betreffende, in de Fransche taal gestelde, attestatie luidt:
„qu’ilz ont veu et remarcque et ouy, que durant le temps,
que ledict La Vallee a demeuré avecq Marie de Cocquaine
sa dernière femme, ledict La Vallee la traicté et vescu
avecq elle comme ung hom et mary d’honneur en doict
traicter et vivre avecq sa femme. Et combien ladicte Marie
de Cocquaine par plusieurs foys donnoit d'afron pour se
mestre en colere contre elle, ce neantmoins il a endure
toutes les diets offences, et par toute sorte de douceur
tousché sadicte femme mener et tenir en son desvoir,
pour se gouverner comme femme d’honneur. Non obstant
toute la bonte du diet La Vallee ladicte femme a continué