SIMON DE LA VALLEE
19
reeds achthonderd op voorschot blijkt te hebben gekregen
van zijn aanstaande schoonmoeder. En bepaald vermake
lijk is de toezegging zijner huwelijksgift van zeshonderd
francs uit zijn toekomstig ouderlijk erfdeel „suivant la
coustume de france”.
Maar ook de familie Le Tuillier heeft niet lang plezier
van den nieuwen verwant beleefd. Aanvankelijk is het
blijkbaar alles wel koek en ei geweest, en Simon de la
Vallée is met zijn vierde vrouw gaan wonen in het huis
der Tuilliers in de Poten, waar, zooals we zullen zien, ook
de familie Le Francois en de ons eveneens reeds bekende
Michel Page woonden. Het schijnt daar een gezellige
Fransche kolonie bijeen te zijn geweesttotdat onze
roerige kunstenaar ook hier roet in het eten gooide. Reeds
op 1 April van het volgend jaar, 1637, verschijnen Michel
Page, mr, schoenmaecker, woonende in de Poden alhier,
ende Daniel LeTuillier meede woonende inde vrz. poden”,
voor notaris Rietraet en verklaren ten verzoeke van Pierre
le Francois, die chirurgijn in het Staatsche leger blijkt te
zijn, dat uit de huizing, of „van het pleyn daer Simon la
Vallee architect van Sijne hoocht bewoont sedert den22sten
der voorleden maand Maart tot den laatsten incluis eiken
avond met halve ende heele steenen over de muijren vande
huysinghe daer sy deposanten en de requirant syn woonen
de sulx is geworpen en dat daer door verscheyde gelasen
syn gebroocken en nijet sonder groot perijckel is geweest
van daerdoor ymant gequetst te worden”. En toen Michel
Page op den zolder van zijn huis was gegaan, zag hij daar
de la Vallée boven in de goot van zijn huis staan en ver
schillende keeren met steenen naar de woning van requi
rant werpen. David le Frangois, broeder van requirant
verklaart eveneens, dat uit het huis van la Vallée „soo
vehementelyc” met steenen werd geworpen, dat hij erheen
is gegaan. Op de trap kwam de la Vallée de getuigen