JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING
312
Wat de verdere werkzaamheden van de Vereeniging in
1932 betreft kan in de eerste plaats worden gewezen op
het initiatief van „die Haghe” eene poging te ondernemen
de Musea Scheurleer, welker behoud door de déconfiture
van het bankiershuis Scheurleer gevaar liep, voor onder
gang te behoeden. Door den voorzitter werd een vergade
ring belegd in Pulchri Studio, waartoe een groot aantal
belangstellenden was uitgenoodigd. Er werd een comité
gevormd onder leiding van Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karne-
beek, van welk comité Dr. H. E. van Gelder onder-voor-
zitter werd, terwijl de heeren Mr. J. C. Baron Baud, Mr.
J. W. Bok, F. C. van der Meer van Kuffeler en Dr. W.
Moll, allen bestuurderen van „die Haghe” mede tot dit
comité toetraden. Een verslag van de handelingen van dit
comité is hier niet op zijn plaats, doch wel kan de hoop
worden uitgesproken, dat deze door de Vereeniging zoo
grootsch opgezette actie moge slagen.
Op 29 October hield het Bestuur van de Academie van
Beeldende Kunsten een receptie in „Pulchri Studio” ter
gelegenheid van het 250-jarig bestaan der Academie. Dr.
W. Moll en de Secretaris kwamen daar namens het
Bestuur van „die Haghe” de gelukwenschen aan het Be
stuur der jubileerende Academie overbrengen.
In het Haagsche Comité 1933 opgericht ter gelegenheid
van de herdenking in dat jaar van den 400sten verjaardag
van de geboorte van Willem van Oranje heeft ook de
Vereeniging „die Haghe” in haar bestuurslid Dr. W.
Moll haar vertegenwoordiger. Ook „die Haghe” zal in
1933 medewerken aan de herdenkingsfeesten.
Verdere werkzaamheden.