JOHAN SAMUEL CASSA
41
H Vgl.
over dit dagboek Oude Tijd 1870 biz. 323.
Op 21-jarigen leeftijd had Cassa, althans in verge
lijking met zijn tijdgenooten, reeds een en ander gepres
teerd, en bovendien vrij wat van de wereld gezien.
Het opmerkelijke bij hem is, dat hij zich van dit alles
rekenschap heeft willen geven. Reeds tijdens zijn verblijf
in Aken en Parijs heeft hij dagboek gehouden van zijn
belevingen
studie voltooid worden. Hij heeft daarbij het succes gehad
1, 7 en 8 Mei 1751 in Leiden de academische examens af te
kunnen leggen, en 11 Mei na het houden van een dispu
tatie ,,De Commodato” te promoveeren.
In het dagboek, waarvan ons juist over dezen tijd een
klein gedeelte bewaard is, wijdt Cassa lang uit over dit
academische tijdvak, dat geduurd heeft van 15 April,
den dag waarop hij als student ingeschreven werd, tot 11
Mei, den dag zijner promotie. Vooral het verhaal van zijn
promotie is voor de kennis van de ceremoniën bij deze
plechtigheid niet onaardig.1)
Eenige dagen na zijn promotie, den 14en Mei, liet hij
zich als advocaat bij het Hof van Holland inschrijven en
werd hij als zoodanig beëedigd.
Parijs heeft hij dagboek gehouden van zijn
belevingen en indrukken,1Volgens J. G. Frederiks, die
het dagboek nog gekend heeft, sprak uit dit werk heel
sterk een „gevoel van afstand, welke tusschen hem en de
doorluchtigheden, hoogheden en excellentiën” bestond,
verder een „zucht tot bewonderen”, maar mogen wij van
een 17-jarig jongmensch, voor het eerst in den vreemde,
anders verwachten?
Frederiks merkte verder op „een zekere eenvoudigheid
in het waarnemen en denkeneen niet rijke gave der
opmerking”. In het dagboek schijnen verder dichterlijke