PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN 57 opge- bij een nadere acte van 4 Juli 1647 verklaren zoowel de steenhouwer Pieter Adriaenss. Verhoof, als Hogendorp, de laatste in hoedanigheid van „fabriecq en aennemer tot het gebouw”, dat bij den koop van de grafelijkheid, de grootte van het terrein 386 voeten te min was geven. Nader blijkt, dat de boedel van overste Widerholt en diens echtgenoote Elisabeth Volleras3) insolvent was verklaard, zoodat de curatoren van de kinderen en erfge namen genoodzaakt waren het pand bij acte van 28 Janu ari 1682 voor 15.600 aan de erven van den Schepen Paulus Maes en diens echtgenoote Agneta Geul4) te verkoopen. Het perceel was toenmaals tijdelijk in huur bij gedeputeerden van het Noorderkwartier. Nadien ging het bij acte van 26 October 1682 voor 19.000 van de erven van den burgemeester Joan Maes in eigendom over aan Louis graaf de Noyelle, kolonel ten dienste dezer lande, die door zijn huwelijk met Sophia Charlotte gravin d’Aumale d’Haucourt, aanmerkelijk het aanzien, de be zittingen en de rechten van zijn geslacht had vermeer derd. 5 De graven de Noyelle waren afkomstig uit Artois en sedert langen tijd in de Nederlanden. Guillaume de N., seigneur de Calonne et Stud, had uit zijn in 1522 gesloten huwelijk met Magdalena van Culenborg een dochter Elisabeth, Kolonel Adriaen de N. heer van Marles, wordt als kommandant genoemd van een regiment voetvolk, die aan het ontzet van Leiden deelnam. Louis de Noyelle was als vendrig in dienst der Staten getreden, in Januari 1704 klom hij op tot generaal der infanterie. In 1705, als lid van den Krijgsraad, hechtte hij zijn goedkeuring aan het plan van Marlborough tot een inval in Brabant, terwijl wij hem in 1707 aantreffen als opperbevelhebber der Hollandsche troepen in Spanje,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 69