PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN 59 naast de woning gelegen stalling met de koetsdeuren af gebroken en het huis verbouwd. Zoo heeft het huis een min of meer bewogen geschie denis gekend en was het eens de plaats waar hoogge plaatste patriciërs en vreemde gezanten resideerden en er hunne feestelijke ontvangsten hadden. De kunst heeft steeds de liefde der Oranjevorsten gehad. Willem V had de lust tot verzamelen waarschijnlijk van zijn begaafde moeder geërfd. Aan de Vijverzijde van het Stadhouderlijk kwartier bezat Prinses Anna reeds van 1756 af een vrij belangrijk kabinet van schel pen en zeegewassen, dat door haar zoon gaandeweg ver meerderd en aangevuld zou worden met het door A. Vos- maer te Rotterdam bijeengebrachte. Opperkooplieden, kapiteins, die de Aziatische en Indische kusten bevoeren, bewindhebbers der O.I. Compagnie (waarvan Willem V de waardigheid van Opperbewindhebber en Gouverneur- Generaal bekleedde), voerden hem de schatkamers der natuur toe. Volgens den toenmaligen smaak aan de hoven, om ringde de erfstadhouder zich met geleerden, schilders, wijsgeeren, letterkundigen of pseudo-dito's van allerlei natiën en van allerlei slag. Maar de Fransche natie leverde de meeste artisten aan het nog immer schitterende Haagsche hof. Zich door hen latende leiden, begon hij meerdere verzamelingen te vormen, de reeds bestaande aanzienlijk uit te breiden en zijn belangrijk schilderijen- bezit en platencollecties te completeeren. Op kunstgebied werd na 1750 ons land herhaaldelijk bezocht door hier tijdelijk of langer werkzame vreemde artisten, zooals: Jan Baptist Xavery (16971742), Mr. Pierre Lyonet (1706 1789), J. A. Houdon10), Perron-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1933 | | pagina 71