66 DE KUNSTVERZAMELINGEN VAN STADHOUDER
Met vrij groote zekerheid kan tot de oudste bestand-
deelen van de verzameling worden gerekend de serie van
21 portretten van hoplieden, waartoe Johannes A. van
Ravesteynomstreeks 1611 van Maurits opdracht ontving
en die nog tot op heden in het Mauritshuis te bewonde
ren zijn.
Voor de inwendige versiering en aankleeding van het
Stadhouderlijk kwartier, het Oude Hof, de Oranjezaal
van het Huis ten Bosch, alsmede de lustverblijven te Hon-
selaersdijk, het huis ter Nieuburch en het Kasteel van
Buren, bestelden zoowel Frederik Hendrik als Willem II
en III tal van schilderstukken aan de beste meesters van
hun tijd. Zoo maakte, volgens de ordonhantieregisters,
Rembrandt voor Frederik Hendrik van 1633—1646 een
zevental tafereelen uit het leven van Jezus en later nog een
klein schilderij, waarvoor hem 1244 werd betaald.
Pieter Post25) verleende zijn bemiddeling bij de door
Willem II gedane aankoopen, terwijl de Koning-Stad-
houder, die een goed kunstkenner bleek, meerdere uit
nemende stukken verwierf.
Helaas zijn wij van het einde dezer collectie, het droevig
uiteenvallen op de hoogte.
Zeer te bejammeren is, dat de oude prinses-douairière
Maria van Hessen-Cassel Maryke-Meu) uit het Friesche
erfdeel, dit door Willem III nagelaten kunstkabinet op
26 Juli 1713 te Amsterdam in het openbaar heeft laten
verkoopen. Blijkens den catalogus van G. Hoet, brachten
de 61 schilderijen ruim 59.000 op. Hierbij waren werken
van de groote meesters, 6 van Dycks, 7 van Rubens, 6
Titiaans, 2 Don's, enz. Het overschot der aan den Pruisi-
schen koning ten deel gevallen stukken, die de glorie van
het Oude Hof, het Huis ten Bosch, de Kasteelen van Hon-
selaarsdijk en het Huis ter Nieuburch uitmaakten (alleen
uit Honselaarsdijk werden in 1720 49 schilderijen en