4
PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN
71
In navolging van den door de prinses-gouvernante Anna
van Frederik de Groote reeds vroeger gedanen terugkoop
van de oude erfgoederen in Holland, t.w.: het Oude Hof
en de boven den stal liggende kamer voldoende plaats te
vinden zoude zijn voor nieuwe aanwinsten, waardoor de
kunstwerken aanmerkelijk aan beter aanzicht konden
winnen. Derhalve wenschte Willem V dat in Juli 1773
een galerij of zaal gebouwd zou worden boven de poort,
toegang gevende tot de stallen van het Valkhuis, terwijl
Gecommitteerde Raden hiermede accoord gingen, onder
voorwaarde dat noch aan de gebouwen van het Valkhuis,
nóch aan de Voorpoort van den Hove, eenige schade zou
worden toegebracht.
Aan dien eisch werd voldaan, de woning met den zolder
boven de poort tot een galerij omgebouwd en de inrij
poorten met voor- en achterdeuren hooger gemaakt. De
raming bedroeg 12.000. Op 2 Maart 1774 begonnen, was
het werk op 20 October d.a.v. gereed. Door de aannemers
P. Heynsius en J. Marda werd nog voor 6500 aan de
woning verbouwd, waarmede de totale kosten 17.755
bedroegen.
De hofschilder Haag kreeg hierin vrije woning en
de schilderijen een royale opstelling.
Maar op 10 Mei 1780 verkocht de weduwe van Walch,
A. M. Hemmens het groote huis, toen door de kinderen
van den overleden procureur van der Ven bewoond,
weder aan den prins ten behoeve van een magazijn voor
den directeur Vosmaer, die er met zijn bediende van de
Poll boven kwam te wonen. Zoo kreeg Willem V het
weder in handen, niet alleen groot, maar ook zeer diep,
zich uitstrekkende langs de poort. Tevens werd de groote
achterkamer voorzien van een tusschenschot en volgde
weder de aanschaffing van nieuwe vitrines.