PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN
75
Duytsche Staten voortaan geene meerdere penningen
jaerlyx herwaerts werden overgemaekt, het alsdan eene
volstrekte onmogelijkheid voor Uwe Hoogheids thesaurie-
general alhier sal weesen die last te dragen”.
In bedoelde memorie werd ook gewezen op de uiterst
geringe opbrengst der pachtsommen, door de heer-
schende veepest en de vele rampen van den watersnood.
Het geconstateerde tekort bedroeg ongeveer 60.000,
waarin tijdelijk werd voorzien door de noodige kasgelden
ad 5000 tegen 4 bij den bankier Tobias Boas op te
nemen. Gelukkig dat de Domeinraad een oogje op de uit
gaven hield en den Prins naar beste weten adviseerde. 39
De goedhartige Vorst wilde gaarne een ieder genoegen
geven en kon nu eenmaal niet, waar ’t pas gaf, kras en
onverbiddelijk neen zeggen. Dat bleek o.a. toen de borgen
van den in 1748 overleden thesaurier en rentmeester J. C.
Radermacher aangesproken dreigden te worden. Er was
n.l. in diens administratie een tekort van 197.000. Zijn
beide borgen Mr. W. Vlaardingermont en A. Patras,
ieder hoofdelijk aansprakelijk voor 25.000, werden ech
ter tot aan hun dood ongemoeid gelaten. Wel was door
den Domeinraad bij den Prins dringend aangedrongen
om hunne erfgenamen, zijnde de Wed. A. Patras, kolonel
Jacob van Kretschmar en de burgemeester Adriaan van
der Goes, ieder voor 25.000 aan te spreken, maar Wil
lem V wenschte om bizondere en personeele redenen
geen vervolging en zag van zijn vordering af.
Bij zijn verschillende aankoopen betaalde hij meestal
te veel. Behalve de door hem verkregen vaste panden,
werden talrijke boeken, handschriften, miniaturen, medail
les, schilderijen, beeldhouwwerken en andere kunstschat
ten, zonder vast plan, aangekocht doch veelal tegen te
hooge prijzen.
Wij gaan de onrustige tijden die de goede stad ’s-Gra-