PRINS WILLEM V EN HARE LOTGEVALLEN
79
Kabinet van Zeldzaamheden waren door het „edel
moedige” Frankrijk plechtig aan de Bataven aangeboden;
(hetzij dat men het niet de moeite waard achtte ze mede
te nemen, dan wel dat de naam „de Ruyter” voor hen geen
prettige herinneringen in het leven riep: er waren twee
degens en den admiraalstaf (zonder knop) van dien
vlootvoogd bijverder een met goud en zilver geciseleerd,
met edelsteenen versierd, kanonnetje op affuit,47) een
staf en twee degens van M. H. Tromp en relieken uit den
Geuzentijd.
Om de comedie te voltooien, trok een lange stoet Fran-
sche en Bataafsche militairen, als eere-escorte van het
Valkhuis naar het Binnenhof, alwaar door generaal Du-
monceau de historische gedenkstukken aan den Voor
zitter der Vergadering ter hand werden gesteld. Edoch, de
daarbij voorgelezen missive van den Commissaris der
Nationale Conventie Alcquier hield in dat „pour se con
former a leurs instructions pafticulières”, deze, namens
de Fransche republiek, de op het Buitenhof aanwezige
collecties in bezit nam. „Als onderpand van achting en
vriendschap” werden gracieuselijk aan de Vertegen
woordigers van het broederlijke Bataafsche Volk, nog
enkele souvenirs uit de prinselijke collecties vereerd.
(Niemand had lust in een olifantshuid want nog in 1809
komt deze voor op de lijst der aanwezige voorwerpen)
terwijl sommige deelen van minearologischen en anato-
mischen aard naar de Leidsche Musea verhuisden.
Met den modernen beeldenstorm van Pieter Paulus,
waarbij alle teekenen van gezag, van rang en grootheid
uit de kerken en bewaarplaatsen,45) waren verwijderd,
moesten ook de in den gevel aanwezige wapens van
het voormalige Kunstkabinet het ontgelden; zij werden
uitgehakt.
Na deze heldendaad te hebben volbracht, kreeg het