J
TWEE VORSTELIJKE DOODEN.
steeds persoonlijk
Het Jaarboek van „die Haghe” mag ditmaal niet ver
schijnen zonder een woord van eerbiedige en dankbare
herinnering aan de twee vorstelijke dooden, die Neder
land heeft te betreuren.
In het bijzonder 's Gravenhage zal beiden missen:
H.M. de Koningin-Moeder, die meer dan 55 jaren den
Haag bewoonde en Z.K.H. den Prins der Nederlanden,
die ruim 33 jaren onze medeburger was. Hoe vaak kon
den de Hagenaars de beide vorstelijke personen door
hun straten zien rijden of wandelen, hoe zeer stelden de
Koningin-Moeder en de Prins belang in velerlei Haag-
sche zaken.
Ook onze Vereeniging heeft van deze belangstelling
mogen genieten. De Koningin-Moeder was onze Hooge
Donatrice, de Prins onze Beschermheer. En dit was
hun niet slechts een titel; herhaaldelijk hebben zij van
hun daadwerkelijke belangstelling in de Vereeniging
„die Haghe” doen blijken. Enkele voorbeelden uit den
laatsten tijd mogen dit bewijzen.
H.M. de Koningin-Moeder nam
kennis van den inhoud van het Jaarboek. Toen in 1932
hierin de kaart van den Haag in de 16e eeuw verscheen,
mocht het bestuur van H.M. de betuiging van Hare
ingenomenheid ontvangen en werden door H.M. twee
exemplaren van de kaart op zwaar papier besteld.
Ook Z.K.H. de Prins liet zijn gewone dankbetuiging