ST. SEBASTIAENS- EN 136 veel 2) Als voren. 1610, waarvan zich een copie (24 Nov. 1611) in het Rijksarchief bevindt 1): „Deeken hooftmans ende schutters van St. Joris confrérie syn te vreden t’ accorderen ende consenteren voor soo veel in hen is, dat de capiteijnen, vendrichs, hooftmans, ende schutters van Ste Sebastiaens schut- terie sullen mogen vuijt springen mit hare erven ende doelen over de sloot leggende ten noorden vande selven doelen tot gelijcx de zuijderstijl van t casyn staende boven op de schutters earner van St. Joris doelen in hare westgevel. Dat sij mede t’ casyn staende beneden in haeren west- camercken, sullen doen intrecken noort op soo t’ selve suijelijeker staet daen t bovenste casyn. Ende hare lichten int westen vanden toorn staende, sullen werden herstelt int noorden sulex dat de gevel vande huijsen aen t’ plat vandien sail mogen werden verheelt. Welverstaende dat t’ selve sail geschieden tot coste van St. Sebastiaens doelen ende dat dselve van St. Sebastiaens doelen henluyden weder willen accommo deren mit hare erven vuijt te geven ende vercoopen onder conditie dat de nocken vande daer op te timmeren huijsen nijet en sullen mogen hoger gestelt werden dan de cantilien onder de casynen staende op t’ camercken boven op den torn van St. Joris doelen. In welcken gevalle die van St. Joris mede consenteren dat die van St. Sebastiaens schutterie sullen mogen versoucken omme voor haren erven ende oock doelen te mogen stellen staeckkettingen soo diep ende breet als de huijsingen staende int oosten van St. Joris Doelen hebbende syn tot alle t’ welcke te vercrijgen sullen oock

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1934 | | pagina 154